Het heel gebleven deel

Het licht onder de beschermingslagen

Wanneer we pijn meemaken – verlies, trauma, afwijzing, tekort – bouwen we beschermlagen op. Die zijn hard nodig om te overleven. We trekken ons terug, passen ons aan, zetten ons hart op slot.
In de wereld van therapie en persoonlijke ontwikkeling worden we vaak uitgenodigd om te kijken naar die beschermlagen, naar dat wat pijn doet. We keren ons naar onze wond, naar wat schuurt of vastzit, naar het patroon dat ons in de weg zit. En dat is waardevol, want aandacht voor het donker, voor onze schaduw is een noodzakelijke stap op het pad van heling.

Maar, er is ook nog iets anders…

Het heel gebleven deel – een bron in onszelf

Er is een subtiel spoor dat ons leidt naar iets wat stiller is, wezenlijk is. Iets wat vaak vergeten wordt, maar even belangrijk is. Want onder al die beschermlagen leeft nog altijd iets zachts. Iets wat goed werd beschermd. Iets wat het heeft overleefd. Een heel gebleven deel; een term die verwijst naar een diepe, vaak stille (maar o zo krachtige) aanwezigheid in de mens. Een kern die niet is gebroken, niet stuk ging, niet werd ingekrast. Dat deel wat door bleef ademen, bleef hopen. Heel bleef.

Het licht in jou.

Gezondheid is nooit verloren, zij rust als een eeuwig fluisterend licht in ons binnenste

Binnen craniosacraal therapie geloven we in dat licht. Een licht dat ons nooit verlaat. Onder elke pijn, voorbij trauma en achter ziekte blijft er een onaangeroerde kern in ons bestaan, een oorspronkelijke blauwdruk van gezondheid die in ieder mens aanwezig is. Zelf wanneer we vallen, gebroken, gekwetst of verdwaald raken blijft deze stille kracht in ons gloeien, als een kompas dat ons zachtjes terugroept naar wie we werkelijk zijn en ons richting heelheid uitnodigt.
Binnen de cranio nodigen we jou uit te luisteren naar de innerlijke verborgen ordening die zich als een rivier naar gezondheid toe wil ontvouwen. We buigen ons naar de stilte onder de beweging, naar de ademtocht van het leven zelf – daar waar de oorspronkelijke pure gezondheid nog altijd ademt, ongeschonden, heel.

In therapie vormt dit licht en deze onaangetaste kern het fundament van ons werk. Niet om pijn te omzeilen of om het te negeren, maar om er vanuit een veilige bedding met zachtheid en compassie naartoe te kunnen bewegen. Het te kunnen dragen. 

Want zonder het licht is er geen bedding, geen kracht om te blijven staan.

Als we ons hier bewust van worden – dit innerlijke licht, dit heel gebleven deel – en het (h)erkennen, kunnen we er voor kiezen om ermee in contact te blijven. Dat vraagt iets zachts, iets krachtigs, dat vraagt voeding: aandacht.

De kracht van aandacht

Energie beweegt daar waar jouw aandacht is. Wanneer we voortdurend kijken naar het donker, wordt het donker gevoed. Want, alles wat we aandacht geven groeit. Ook pijn. Dit betekent niet dat we het moeten negeren of ontkennen, maar wel dat hoe langer we daarin verblijven, hoe sterker die trilling ons veld beïnvloedt. (En… een wond helen gebeurt niet door er in te blijven prikken maar door het te verzorgen.)

Net als het donker, reageert ook het heel gebleven deel op aandacht. Wanneer je je afstemt op bijvoorbeeld vertrouwen, compassie, liefde, licht, hoop, verlangen, moed of dankbaarheid – de kleuren van het hart – dan verschuift je innerlijke veld. Je opent je voor een andere kwaliteit van zijn, waar een ander frequentie aan zit. Zo kan de afstemming op het heel gebleven deel als een olievlek uitvloeien – langzaam, subtiel, diep. Steeds meer in jou raakt dan die trilling aan. Niet omdat je je afsluit voor het donker, maar omdat je kiest om ook het licht in jezelf te voeden en van daaruit de pijn te helen. Want wanneer je verbonden bent met het licht in jezelf, ontstaat er draagkracht. Een bodem die je helpt om te blijven staan, ook als het stormt.

Het gaat er niet over de pijn te ontkennen, maar om haar te ontmoeten, te dragen,

te verzorgen vanuit een ruimer, krachtiger staat van zijn. Een stevigere veilige bedding.

Misschien is heelheid niet iets wat je hoeft te vinden, maar iets wat je mag herinneren. Iets dat zich laat zien, wanneer jij stil wordt en je aandacht verplaatst. Wanneer je luistert onder de ruis, onder de pijn. De ontmoeting hiermee vraagt zachtheid, aanwezigheid, stilte, tijd en vooral: aandacht. Het vraagt niet dat je het oplost. Alleen dat je het ontmoet. Het is een verschuiven van de spotlight. Dat je je telkens weer opnieuw durft te richten op jouw licht, op het deel in jou dat is heel gebleven.
Dat vraag ook moed en een beetje lef. Want och “onze diepste angst is dat we immens krachtig zijn. Het is ons licht, niet ons duister, dat ons het meest beangstigt” (Marianne Williamson).

En als je het niet voelt, als het ver weg lijkt, vertrouw dan op het weten dat het er nog steeds is. Je draagt het altijd bij je. Soms als fluistering. Soms als vuur. Altijd aanwezig in de onderstroom. Ook al vergeet je het soms, het licht in jou vergeet jou nooit.

Een zachte uitnodiging om het licht te herinneren

Misschien wil je de komende dagen eens stil zijn bij dat licht in jou. Niet om het te zoeken, maar om het ruimte te geven om zich te laten zien. Neem dan deze dagen af en toe een moment voor jezelf, een paar minuten is genoeg.

Ga zitten, of liggen.
Voel je lichaam. Voel de grond onder je. Voel je rug, je billen, je voeten.
Adem een paar keer diep in en uit. En breng dan je aandacht naar binnen.
Stel jezelf de vraag: “Waar in mij is het licht, het heel gebleven deel?”
En laat je leiden, waar brengt het je naar toe, wat laat zich zien of horen?
Blijf daar even bij, luister, voel, neem waar.
Je hoeft niets op te lossen, niet vast te pakken. Alleen maar aanwezig te zijn.
Liefdevol, zacht, zonder haast. Geef het tijd om te laten ontvouwen.
Volg het maar.
En als je niets voelt: dat is oké.
Soms is het licht er alleen als stilte.

Wil je het verankeren?
Schrijf dan een zin op die bij je opkomt. Een woord, een beeld, een gevoel, een geluid… iets dat je hebt waargenomen, wat voor jou jouw licht beschrijft. Het kan ook een affirmatie zijn.
Leg het ergens neer waar je het weer tegenkomt. Zodat je herinnert: het leeft nog steeds in mij.

Misschien vind je het leuk om het op een steen te schrijven, of een kunstwerkje bij te maken. Volg je intuïtie, volg je behoefte, waar word je naar toe bewogen, wat wil er ontvouwen?

Wat helpt jou te herinneren?  

Wanneer je mooie sterren ziet,
denk dan ook eens misschien:
Was al die duisternis er niet,
had je dit licht ook nooit gezien.

– Ilma Trip –

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? 

Het heel gebleven deel

Het licht onder de beschermingslagen

Wanneer we pijn meemaken – verlies, trauma, afwijzing, tekort – bouwen we beschermlagen op. Die zijn hard nodig om te overleven. We trekken ons terug, passen ons aan, zetten ons hart op slot.
In de wereld van therapie en persoonlijke ontwikkeling worden we vaak uitgenodigd om te kijken naar die beschermlagen, naar dat wat pijn doet. We keren ons naar onze wond, naar wat schuurt of vastzit, naar het patroon dat ons in de weg zit. En dat is waardevol, want aandacht voor het donker, voor onze schaduw is een noodzakelijke stap op het pad van heling.

Maar, er is ook nog iets anders…

Het heel gebleven deel – een bron in onszelf

Er is een subtiel spoor dat ons leidt naar iets wat stiller is, wezenlijk is. Iets wat vaak vergeten wordt, maar even belangrijk is. Want onder al die beschermlagen leeft nog altijd iets zachts. Iets wat goed werd beschermd. Iets wat het heeft overleefd. Een heel gebleven deel; een term die verwijst naar een diepe, vaak stille (maar o zo krachtige) aanwezigheid in de mens. Een kern die niet is gebroken, niet stuk ging, niet werd ingekrast. Dat deel wat door bleef ademen, bleef hopen. Heel bleef.

Het licht in jou.

Gezondheid is nooit verloren, zij rust als een eeuwig fluisterend licht in ons binnenste

Binnen craniosacraal therapie geloven we in dat licht. Een licht dat ons nooit verlaat. Onder elke pijn, voorbij trauma en achter ziekte blijft er een onaangeroerde kern in ons bestaan, een oorspronkelijke blauwdruk van gezondheid die in ieder mens aanwezig is. Zelf wanneer we vallen, gebroken, gekwetst of verdwaald raken blijft deze stille kracht in ons gloeien, als een kompas dat ons zachtjes terugroept naar wie we werkelijk zijn en ons richting heelheid uitnodigt.
Binnen de cranio nodigen we jou uit te luisteren naar de innerlijke verborgen ordening die zich als een rivier naar gezondheid toe wil ontvouwen. We buigen ons naar de stilte onder de beweging, naar de ademtocht van het leven zelf – daar waar de oorspronkelijke pure gezondheid nog altijd ademt, ongeschonden, heel.

In therapie vormt dit licht en deze onaangetaste kern het fundament van ons werk. Niet om pijn te omzeilen of om het te negeren, maar om er vanuit een veilige bedding met zachtheid en compassie naartoe te kunnen bewegen. Het te kunnen dragen. 

Want zonder het licht is er geen bedding, geen kracht om te blijven staan.

Als we ons hier bewust van worden – dit innerlijke licht, dit heel gebleven deel – en het (h)erkennen, kunnen we er voor kiezen om ermee in contact te blijven. Dat vraagt iets zachts, iets krachtigs, dat vraagt voeding: aandacht.

De kracht van aandacht

Energie beweegt daar waar jouw aandacht is. Wanneer we voortdurend kijken naar het donker, wordt het donker gevoed. Want, alles wat we aandacht geven groeit. Ook pijn. Dit betekent niet dat we het moeten negeren of ontkennen, maar wel dat hoe langer we daarin verblijven, hoe sterker die trilling ons veld beïnvloedt. (En… een wond helen gebeurt niet door er in te blijven prikken maar door het te verzorgen.)

Net als het donker, reageert ook het heel gebleven deel op aandacht. Wanneer je je afstemt op bijvoorbeeld vertrouwen, compassie, liefde, licht, hoop, verlangen, moed of dankbaarheid – de kleuren van het hart – dan verschuift je innerlijke veld. Je opent je voor een andere kwaliteit van zijn, waar een ander frequentie aan zit. Zo kan de afstemming op het heel gebleven deel als een olievlek uitvloeien – langzaam, subtiel, diep. Steeds meer in jou raakt dan die trilling aan. Niet omdat je je afsluit voor het donker, maar omdat je kiest om ook het licht in jezelf te voeden en van daaruit de pijn te helen. Want wanneer je verbonden bent met het licht in jezelf, ontstaat er draagkracht. Een bodem die je helpt om te blijven staan, ook als het stormt.

Het gaat er niet over de pijn te ontkennen, maar om haar te ontmoeten, te dragen, te verzorgen vanuit een ruimer, krachtiger staat van zijn. Een stevigere veilige bedding.

Misschien is heelheid niet iets wat je hoeft te vinden, maar iets wat je mag herinneren. Iets dat zich laat zien, wanneer jij stil wordt en je aandacht verplaatst. Wanneer je luistert onder de ruis, onder de pijn. De ontmoeting hiermee vraagt zachtheid, aanwezigheid, stilte, tijd en vooral: aandacht. Het vraagt niet dat je het oplost. Alleen dat je het ontmoet. Het is een verschuiven van de spotlight. Dat je je telkens weer opnieuw durft te richten op jouw licht, op het deel in jou dat is heel gebleven.
Dat vraag ook moed en een beetje lef. Want och “onze diepste angst is dat we immens krachtig zijn. Het is ons licht, niet ons duister, dat ons het meest beangstigt” (Marianne Williamson).

En als je het niet voelt, als het ver weg lijkt, vertrouw dan op het weten dat het er nog steeds is. Je draagt het altijd bij je. Soms als fluistering. Soms als vuur. Altijd aanwezig in de onderstroom. Ook al vergeet je het soms, het licht in jou vergeet jou nooit.

Een zachte uitnodiging om het licht te herinneren

Misschien wil je de komende dagen eens stil zijn bij dat licht in jou. Niet om het te zoeken, maar om het ruimte te geven om zich te laten zien. Neem dan deze dagen af en toe een moment voor jezelf, een paar minuten is genoeg.

Ga zitten, of liggen.
Voel je lichaam. Voel de grond onder je. Voel je rug, je billen, je voeten.
Adem een paar keer diep in en uit. En breng dan je aandacht naar binnen.
Stel jezelf de vraag: “Waar in mij is het licht, het heel gebleven deel?”
En laat je leiden, waar brengt het je naar toe, wat laat zich zien of horen?
Blijf daar even bij, luister, voel, neem waar.
Je hoeft niets op te lossen, niet vast te pakken. Alleen maar aanwezig te zijn.
Liefdevol, zacht, zonder haast. Geef het tijd om te laten ontvouwen.
Volg het maar.
En als je niets voelt: dat is oké.
Soms is het licht er alleen als stilte.

Wil je het verankeren?
Schrijf dan een zin op die bij je opkomt. Een woord, een beeld, een gevoel, een geluid… iets dat je hebt waargenomen, wat voor jou jouw licht beschrijft. Het kan ook een affirmatie zijn.
Leg het ergens neer waar je het weer tegenkomt. Zodat je herinnert: het leeft nog steeds in mij.

Misschien vind je het leuk om het op een steen te schrijven, of een kunstwerkje bij te maken. Volg je intuïtie, volg je behoefte, waar word je naar toe bewogen, wat wil er ontvouwen?

Wat helpt jou te herinneren?  

Wanneer je mooie sterren ziet,
denk dan ook eens misschien:
Was al die duisternis er niet,
had je dit licht ook nooit gezien.

– Ilma Trip –

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?